Geheim

De ingewijden wordt geen enkel “geheim” onthuld, geen enkel duister plan tot hervorming van de wereld, geen theologisch onderricht, geen sleutel tot de mens of de wereld. De vrijmetselarij bezit zo’n geheim niet. Zij zou het dus niet aan haar leden kunnen mededelen. Zij bezit nochtans haar Geheim, het geheim van de maçonnieke ervaring. Maar dit Geheim is onmededeelbaar, omdat het onuitspreekbaar is. Geen enkel boek, geen enkel rituaal, geen enkel getuigenis kan dit Geheim ontsluieren, want de initiatieke boodschap wordt door elk van ons op verschillende wijze ontvangen en beleefd. Een eenvormige beschrijving van dit Geheim is dus volstrekt onmogelijk.

Ieder vrijmetselaar beleeft het maçonniek geheim in het geheim van het eigen wezen. Wilde hij dit Geheim verraden, hij zou het niet kunnen. Evenmin zou hij het eigen, intieme wezen, het mysterie van de persoonlijke eigenheid kunnen kenbaar maken. De maçonnieke broederlijkheid schept een morele gevoelswereld, die de profaan vreemd blijft.